'Als je je maar lekker voelt, dat is de norm'

PEDAGOGE  LEA  DASBERG  PLEIT  VOOR  OPVOEDING  MET 
RICHTLIJNEN  EN  MORAAL


De jeugd van tegenwoordig wordt te waardevrij en onmaatschappelijk opgevoed, zegt Lea Dasberg. Er moet meer aandacht worden gegeven aan gewetensvorming en gemeenschapszin. Wie moet dat doen, en waar en hoe? 'Morele opvoeding moet op school gebeuren.'

JOSÉ VAN DER SMAN

Haar kritiek op de manier waarop de jeugd nu wordt grootgebracht is niet mals. Kinderen, zegt de in Israël wonende historica en pedagoge Lea Dasberg, worden al sinds de jaren zeventig, in Nederland en in de hele westerse wereld te geïsoleerd, te individualistisch en te waardevrij opgevoed.
Ze worden veel te lang buiten de wereld van volwassenen gehouden in een apart jeugdland, waar zij geen collectieve verantwoordelijkheden dragen en geen rol van betekenis mogen spelen in de maatschappij. Ze hoeven zich alleen maar met zichzelf en hun eigen geneugten bezig te houden.
Die andere wereld, die van volwassenen, wordt hun bovendien voornamelijk in negatieve zin voorgehouden. Als een wereld van geweld, van armoede, honger, uitbuiting, vervuiling en van gevaar.
Geen wonder dus dat jongvolwassenen niet staan te trappelen om als betrokken burgers deel uit te maken van die wereld, zegt Dasberg. Geen wonder dat zij een gebrek aan gemeenschapszin en collectieve normen en waarden aan de dag leggen.

In veelgeprezen boeken en lezingen heeft Dasberg de afgelopen decennia de noodklok geluid. Pas de laatste tijd dringt haar boodschap in bredere kring door. Vooral haar pleidooi voor een meer normatieve, morele pedagogiek geeft opvoeders te denken, want wat moeten we doen nu God en Koningin, Marx en Maharashi voor velen hebben afgedaan als wegwijzer? Waar moeten we de normen en waarden vandaan halen om de toekomstige generaties kinderen mee groot te brengen?

Leergierigheid won het van de schroom voor de strenge kinderloze dame die ons opvoeders regelmatig op de vingers tikt. In haar flat in een buitenwijk van Jeruzalem - de zionistische Dasberg emigreerde negen jaar geleden naar Israël en zet zich daar in voor de vernieuwing van het basisonderwijs - beantwoordt zij de vraag wat naar haar maatstaven anno 1993 een goede morele opvoeding behelst.
Met grote stappen beweegt zij zich door de vaderlandse geschiedenis om de weg te wijzen naar een moderne opvoeding die van de kinderen van nu trotse, optimistische en verantwoordelijke burgers zal maken.


JEUGDLAND
U kritiseert herhaaldelijk de geïsoleerde, egocentrische en waardevrije moderne opvoeding. Heeft u er ook een verklaring voor?
'Ja. De neiging om het kind te laten opgroeien in wat ik jeugdland noem, dus in een wereld apart van de volwassenen, is een uitvloeisel van de op zich buitengewoon positieve Verlichting in de achttiende eeuw. Die Verlichting heeft het kind bevrijd van kinderarbeid, kinderhuwelijk en andere grote lasten en emoties die het nog niet aankon.
Die terechte bescherming is in deze eeuw te ver doorgeschoten in het isolement van het kind. Uit angst het kinderzieltje te beschadigen krijgt het nu helemaal geen indrukken meer te verwerken. Dat is niet goed.
Een kind dat niet mag meedoen aan de wereld van de volwassenen zal aan die wereld ook geen boodschap hebben; er geen verantwoordelijkheid voor Ieren voelen. Zo'n kind leert alleen maar zorg om zichzelf te hebben en te denken this is my life. Alsof dat leven niet met duizenden draadjes aan andere levens is verbonden.

'Wij hebben een lange tratditie van respect voor mensenrechten'

'Het is het narcisme van deze eeuw dat je ook terugvindt in de opvoeding. Het is een begrijpelijke reactie op de tijd waarin nooit rekening werd gehouden met de persoonlijke behoeften van een kind, waarin alleen maar gedicteerd werd: je moet meeverdienen voor je ouders, je moet soldaat worden voor je vaderland, je moet priester worden voor de kerk. De afrekening daarmee is verzand in een cultuur van ieder voor zich en God voor ons allen. En als God niet meer bestaat is het alleen nog maar ieder voor zich.
Het najagen van de eigen behoeften en gemakken is centraal komen te staan, ook in de opvoeding. Zaken als gemeenschapszin en collectieve verantwoordelijkheid zijn naar de achtergrond verdrongen. Kinderen zijn op zichzelf geconcentreerd in plaats van op hun taak en hun verantwoordelijkheid in de maatschappij. De enige waarde en norm die zij meekrijgen is: als je je maar lekker voelt.

'Dat is onvoldoende. Niet alleen omdat een samenleving waarin iedereen het "ik, ik en nog eens ik" met grimmige ernst belijdt een jungle vol moord en doodslag wordt. Ook omdat een dergelijke levenshouding voor velen onbevredigend is.
Dat is de verklaring waarom grote groepen jongeren zich achter Bhagwan, Hare Krishna en andere sekten scharen of waarom ze zo gemakkelijk ten prooi vallen aan demagogen en politici die hen voor hun karretje willen spannen. Dat bewijst dat ze behoefte hebben aan méér, aan een moreel dak boven hun hoofd, aan culturele grond onder de voeten, aan maatschappelijke betrokkenheid.

'Ze zoeken niet alleen afleiding of rituelen, maar vooral ook richtsnoeren. Wat moet je in je leven doen? Hoe moet je het doen? Waarom?
Op zich zijn het positieve signalen, maar het tragische is dat ze geneigd zijn het op de verkeerde plaatsen of in de verkeerde dingen te zoeken omdat ze denken dat onze eigen cultuur en samenleving niets hebben te bieden.
Ze duiken in andere culturen en religies zonder de talen en bronnen te kennen en krijgen een vreselijk vervormd beeld van het boeddhisme, hindoeïsme of wat het ook is waar ze zich op storten. Slechts een enkeling kan het zich werkelijk eigen maken. Daarom zeg ik: wie zoekende is kan het beste zo dicht mogelijk bij huis zoeken, bij zijn eigenwortels.


Wat hebben onze cultuur en samenleving nog te bieden voor degenen die niet in God of Marx geloven?
'Als ik over normen en waarden praat, dan bedoel ik daar niet perse religieuze normen en waarden mee. De Nederlandse geschiedenis en cultuur zijn rijk genoeg ons universele waarden uit te putten waarmee we uit de voeten kunnen.
Onze cultuur is een cultuur van humanisme en Verlichting. Nergens zijn de ideeën van de Verlichting zo sterk omarmd als in Nederland. In de meeste landen werden ze door Napoleon op de punt van de bajonet binnengebracht en opgedrongen. Men slikte het gedachtegoed tegen heug en meug. Duitsland is na de val van Napolcon bijvoorbeeld onmiddellijk teruggekeerd naar de donkere middeleeuwen.

'Wij niet. Wij hebben een lange traditie van respect voor mensenrechten, van emancipatie van minderheden, zoals vroeger de joden. In veel zaken van beschaving liepen wij in Europa voorop. Wij hadden al in de zestiende eeuw bijvoorbeeld, dus voor de Franse revolutie, de openbare terechtstellingen afgeschaft.
Grote denkers als Descartes en Rousseau konden alleen in Nederland hun boeken publiceren; in Frankrijk waren ze verboden. Erasmus was een Nederlander.

'Wij hebben kortom, een geweldige eigen cultuur met een prachtig stelsel normen en waarden klaarliggen voor gebruik: openheid, belangstelling voor andere mensen en ideeën, het vermogen die in ons op te nemen, respect voor de mens, voor de waarde en waardigheid van de ander. Het is een prachtige cultuur, om zeer trots op te zijn. Ik begrijp dan ook bij God niet waarom die zo wordt verdoezeld.
Waarom leren we onze kinderen op school wel dat Jan Pieterszoon Coen neerkeek op de Javanen en hen vreselijk mishandelde, maar niet wie Erasmus was? Ja, er is een Erasmusprijs, maar hoeveel Nederlanders weten waarom die prijs er is?
Dus als we over normen en waarden praten dan zeg ik: laten we om te beginnen die kant van onze geschiedenis en cultuur maar eens herontdekken.

'Verder kunnen we veel normen en waarden vinden in onze instemming met de democratie. Dat is iets waar vrijwel iedere Nederlander ja tegen zegt en misschien zelfs voor zou vechten.
We kunnen er prat op gaan dat de grondrechten van de democratie er in Nederland veel eerder waren dan de democratie zelf. In plaats van die oude Grieken er altijd bij te slepen, die nota bene alleen democratie voor een kleine bovenlaag hadden, terwijl de rest van het volk in slavernij leefde, kunnen we onze kinderen beter leren dat er bij ons in de Gouden Eeuw van de Zeven Verenigde Nederlanden geen besluit werd genomen door de Staten Generaal dat niet door alle gewesten, zelfs de kleinste en armste, werd gesteund.'



Lea Dasberg: 'In veel zaken van beschaving liepen wij in Europa voorop'

Wordt dat niet meer in de geschiedenisles geleerd?
'Nauwelijks. Het vak geschiedenis is ontzettend teruggedrongen door vakken als maatschappijleer, milieukunde en wat al niet. Alles wordt versplinterd aangeboden waardoor de informatie geen samenhang heeft. Terwijl juist die samenhang aanzet tot denken en meningsvorming. En daar gaat het om.
Normen en waarden zijn richtlijnen die men in het leven kan aanhouden of kan verwerpen bij het maken van bepaalde morele keuzes. Die keuzes zijn altijd uniek, want afhankelijk van motieven, situaties en consequenties.
Bijvoorbeeld: doden is ontoelaatbaar, maar hoe schuldig was de man die in de oorlog een NSB'er doodschoot om zijn onderduikers te redden?


PRINCIPES
'Morele opvoeding is niet kinderen een zak met deugden voorhouden en ze die uit het hoofd laten leren. Het is een proces van ze invoeren in de normen en waarden van de bestaande beschaving. Om ze bekend te maken met de problemen der moraliteit, natuurlijk zonder er kant-en-klare oplossingen bij te leveren.
Het is het kind de gelegenheid geven zijn gedachten en gevoelens ten aanzien van morele problemen te onderzoeken en in privacy zijn conclusie te trekken. Zo kan hij zijn eigen principes vormen, en zijn eigen criteria waaraan hij die principes toetst.

'Van een dergelijke morele opvoeding is geen sprake in het onderwijs, op een enkele bijzondere school na misschien, waar de christelijke normen en waarden worden uitgedragen en morele problemen aan de orde komen.
Op de meeste scholen worden niet eens de tien geboden behandeld, laat staan dat de bijbel aan de orde komt. Terwijl het christendom wel de cultuur is waar Europa op is gebouwd. Het zou op zijn minst op de volgende generatie overgedragen moeten worden als erfgoed.'


Zijn er nog morele dilemma's die tot nadenken kunnen stemmen? De gewetensvragen van de oorlog verdwijnen uit het zicht. Grote ethische kwesties als abortus en euthanasie lijken afgedaan. Het gaat ons allemaal goed, dus waarom zouden we moeilijk gaan doen?
'In zekere zin hebben we het te goed om over morele problemen te tobben, hoewel er ook in de Nederlandse gemeenschap mensen zijn die het slecht hebben.
Ik vraag me weleens af waarom de Nederlandse jongeren zich bij voorkeur bezighouden met problemen ver buiten de eigen gemeenschap, dus in Zuid-Amerika, het Midden-Oosten, Latijns Amerika. Komt dat doordat ze zo verschrikkelijk aardig zijn dat ze zich zorgen maken over de hele wereld? Of komt dat doordat ze in de eigen maatschappij niet genoeg voedsel vinden voor enige hersenactiviteit, voor gewetensvorming?

'Het valt me op dat jongeren als ze het dichter bij huis zoeken, zich voornamelijk gewetensvragen stellen over de persoonlijke vrijheid en de rechten van groepen met specifieke problemen, en niet over het welzijn van de maatschappij als geheel. Ze hebben daarbij een neiging naar het romantische, alsof er onder gewone mensen niet genoeg alledaagse problemen zijn die de aandacht verdienen.'


U legt sterk de nadruk op het onderwijs, maar is morele opvoeding niet meer een taak van de ouders?
'Het is zeker een taak van de ouders, maar die doen het niet. En ze hebben het ook nooit gedaan.
Hoeveel ouders zijn in staat ons enorme erfgoed aan hun kinderen mee te geven? Weinig. In de negentiende eeuw was er in de meeste arbeidersgezinnen helemaal geen tijd om op te voeden. Ouders werkten zestien uur per dag, ze kwamen uitgeput thuis en wilden alleen maar dat de kinderen hun kop hielden. Het gros van de bevolking was voor de overdracht van normen en waarden aangewezen op de school, de kerk, of de jeugdbeweging.

'Tegenwoordig hebben ouders wel meer tijd, maar het leven van het kind speelt zich in toenemende mate buitenshuis af. Ze gaan naar muziekles, naar ballet en voetballen, ze komen thuis om te eten en te slapen. Bovendien heeft de televisie veel ouders monddood gemaakt.
Kinderen kijken liever tv dan dat ze naar een verhaal luisteren.

'Nee, morele opvoeding moet op school gebeuren. Het was en is een taak van de overheid. Ik weet dat die klaagt over de jeugd van tegenwoordig en hoe slecht ouders hun kinderen opvoeden, maar ook dat is niets nieuws. Ook in de negentiende eeuw kregen ouders overal, en meestal ten onrechte, de schuld van: de slechte gezondheid van kinderen, het gebrek aan hygiëne, de zuigelingensterfte.

'De overheid is verantwoordelijk voor de toekomst van de hele jeugd en hoe de kinderen hun plaats vinden in de maatschappij. Die verantwoordelijkheid mag niet op de ouders worden afgeschoven, want alleen een kleine elite was en is in staat zijn kinderen een morele opvoeding te geven.'


Nederlandse ouders zijn niet dol op overheidsbemoeienis in dit soort zaken.
'Waarom zou de overheid wel mogen waken over de veiligheid op de weg of over de volksgezondheid, en niet over de sociale moraliteit? Dat is evengoed een onderdeel van het welzijn van de staat.
Ik zeg niet dat alles van bovenaf gedicteerd moet worden. De invulling van deze opvoedingstaak kan per school verschillen. Als ouders het niet eens zijn met de wijze waarop dat gebeurt, kunnen ze een andere school zoeken. Maar welke ouder kan er bezwaar tegen hebben dat een school zijn leerlingen er van doordringt dat de mens een sociaal wezen is dat niet alleen kan bestaan. Dat hij zichzelf en anderen dus een plezier doet als hij zich aan bepaalde spelregels onderwerpt. Dat er in het leven soms dingen moeten worden gedaan waar je géén zin in hebt. Dat als je je niet aan die spelregels houdt, anderen je aan je lot overlaten. De maatschappij zal je uitstoten.'


Het klinkt een beetje als: normen en waarden moeten nu eenmaal, net als spinazie. Er is niks aan, maar het is wel goed voor je.
'Zo bedoel ik het natuurlijk niet. We moeten kinderen in de eerste plaats lol in het leven en in de wereld meegeven, want we kunnen ze pas gemeenschapszin leren als ze er van doordrongen zijn dat die gemeenschap de moeite waard is om voor te leven en je voor in te spannen; dat de lol toeneemt als iedereen zich aan de spelregels houdt.
'Daarin falen wij als opvoeders. Terecht worden kinderen geconfronteerd met de grote problemen die er zijn op de wereld: honger, armoede, oorlogen, milieuvervuiling. Dat zijn de zaken waar ze later mee te maken krijgen, of nu voor een deel mee te maken hebben.
'Tegelijkertijd zouden we ze de positieve kanten van de wereld van nu moeten laten zien. De geweldige dingen die in onze eeuw tot stand zijn gekomen: de enorme vooruitgang op medisch gebied. De fabelachtige mogelijkheden om ons te informeren en te vermaken met boeken, muziek, films, televisie. De fantastische reizen die we kunnen maken. Maar de voorwaarden daarvoor zijn onderlinge afspraken en wederzijds egard.'



'Ik ben gelukkig opgevoed met veel zekerheden'

U bent zelf joods-orthodox opgevoed. Was dat een goede opvoeding?
'Ja. Ik ben gelukkig opgevoed met veel zekerheden en richtlijnen. Ik zeg gelukkig, omdat ik ervan overtuigd ben dat ieder kind, hoe klein ook, tobt met gewetensvragen. Wat mag ik wel en wat niet? Wat is goed en kwaad, stout en lief, mooi en lelijk? Opvoeders moeten duidelijk antwoorden geven op die vragen. Die antwoorden kreeg ik. En ik ben grootgebracht in een cultuur van rituelen en feesten die aangekleed werden met dingen die een kind leuk vindt: mooie kleren, lekker eten en cadeautjes, de hele familie bij elkaar. Die gebeurtenissen verrijkten mijn leven.

'Ik ben opgevoed in de joodse geschiedenis en leerde dus alles van de gruwelijk vervolgingen door de eeuwen heen. De kruistochten, de pogroms, de inquisitie. Ik leerde ook dat er na iedere vreselijke periode in de geschiedenis een goede kwam. Ik kreeg dus niet alleen de problematiek van het leven aangeboden, maar ook de boodschap dat we het als joden altijd overleefden en er daarna iets van wisten te maken. Dat heeft mij zowel veel zelfvertrouwen als vertrouwen in de toekomst gegeven.
Ik ben opgevoed in de rotsvaste overtuiging dat het nooit rot hoeft te blijven, maar dat dit wel afhankelijk is van je eigen inzet.'