De wet geeft de openbare school nadrukkelijk de opdracht aandacht te schenken aan de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving met de toevoeging 'met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden'. Zo staat in artikel 42, lid 1 van de Wet op het primair onderwijs de actief pluriforme taak van het openbaar onderwijs beschreven.
Een toenemende culturele en levensbeschouwelijke verscheidenheid van de Nederlandse samenleving stelt onze samenleving en dus ook het onderwijs voor de taak om te gaan met deze diversiteit. Het onderwijs dient respectvol omgaan met andere leef- en denkwijzen na te streven en de sociale samenhang in onze maatschappij te versterken.
De school is de enige instelling die alle mensen gedurende een deel van hun leven bereikt. Niet alleen het leerplan van de school, maar ook het schoolklimaat en gedeelde ervaringen zijn cruciaal om de gemeenschapsvorming te bevorderen. Daarom is waardenvormend onderwijs, inclusief het leren reflecteren over levensbeschouwing(en), het nadenken over zingevingvraagstukken zo belangrijk.
Tegen deze achtergrond omarmen wij het standpunt van een toenemend aantal openbare basisscholen om, in plaats van een grijze neutraliteit, waar iedere levensbeschouwing op een passieve wijze ‘gerespecteerd’ wordt, te opteren voor een actieve pluriformiteit, waarbij – aangepast aan het niveau van de kinderen – de verschillende levensbeschouwingen met elkaar in verband gebracht worden. Zowel hun gemeenschappelijke waarden als hun verschillen.
Actieve pluriformiteit in de praktijk brengen betekent onder meer kinderen stimuleren met elkaar van gedachten te wisselen, hun mening te geven en vragen te stellen. Een openbare school vormt kinderen, maar niet vanuit één tot in details vastgelegde visie op mens en samenleving. Ieder kind krijgt de ruimte eigen waarden en normen in contact met anderen te ontwikkelen.

Levensbeschouwelijk onderwijs is een vak/vormingsgebied waar de voornoemde opdracht bij uitstek een verankerde zichtbare plaats zou kunnen krijgen. Het belang van het op systematische wijze invulling geven aan deze opdracht wordt onderstreept door het gegeven dat kinderen deel (gaan) uitmaken van een multiculturele samenleving.

Het openbaar onderwijs kent echter, in tegenstelling tot het bijzonder onderwijs, een beperkte traditie inzake het in expliciete zin vormgeven aan levensbeschouwelijk onderwijs. Er kan sprake zijn van een implementatie van het kennisgebied ‘geestelijke stromingen’, dat vanaf 1985 een verplicht onderdeel zou moeten zijn van het leerplan van alle basisscholen, ongeacht hun denominatie. De praktijk laat zien dat deze overheidsdoelstelling echter een marginale invulling heeft gekregen.
Ook bestaat de mogelijkheid om, als aanvulling op de reguliere programma, vorming te krijgen in een levensbeschouwelijke stroming naar keuze. De praktijk leert dat HVO (Humanistisch Vormingsonderwijs), GVO (Godsdienstig Vormingsonderwijs) en IVO (Islamitisch Vormingsonderwijs) op nogal wat basisscholen hun weg hebben gevonden. Het zijn echter facultatieve vormingsgebieden zodat kinderen van een groep een gescheiden leerproces doorlopen of niet met één van de genoemde stromingen kennis maken, laat staan met twee of drie.

Al geruime tijd werd in het openbaar primair onderwijs in Enschede de behoefte gevoeld om het kennisgebied ‘geestelijke stromingen’ meer inhoud te geven en te komen tot ‘levensbeschouwelijk onderwijs’. Een werkgroep, met daarin vertegenwoordigers uit het onderwijsveld, de Vereniging voor Openbaar Onderwijs afd. Enschede, het Humanistisch Vormingsonderwijs en de Raad van Levensbeschouwingen en Religies Enschede ging daarom op zoek naar mogelijkheden om hier invulling te geven. Die werd gevonden bij de Stichting Hellig Hart. De methode die deze Stichting ontwikkeld heeft voor het vak godsdienst/ levensbeschouwing voor katholieke basisscholen bleek volgens de leden van de werkgroep uitstekende mogelijkheden in zich te dragen om gevolg te kunnen geven aan de zoekopdracht. Een nadere verkenning naar de wenselijkheid en haalbaarheid aan te sluiten bij de Stichting Hellig Hart heeft uiteindelijk geleid tot een opdracht aan deze Stichting om een basisschoolmethode te gaan ontwikkelen voor een voor het openbaar basisonderwijs nieuw vak/vormingsgebied ‘Levensbeschouwing’ (in het vervolg vak genoemd). Inmiddels heeft de Twente School of Education te Hengelo de ontwikkeling van de methode op zich genomen.