De school is bij uitstek de plek waar elk kind kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en het multicultureler worden van de samenleving vragen dat scholen actief burgerschap en sociale cohesie bevorderen. Actief burgerschap is het kúnnen en wíllen deelnemen aan de samenleving, dichtbij (bijv. in de wijk) en veraf. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving.
Aandacht voor het versterken van burgerschap en integratie is niet nieuw voor het onderwijs. Het gaat dan om aandachtsgebieden als intercultureel onderwijs, de pedagogische taak van de school en milieu- en mensenrechteneducatie, die de afgelopen decennia in meer of mindere mate een plek hebben gevonden binnen het (primair) onderwijs. Vanaf 2006 zijn echter alle scholen verplicht om aandacht te besteden aan burgerschap en sociale cohesie.

Een school is te beschouwen als een samenleving in het klein, zeker een openbare school met kinderen uit allerlei culturen. De (openbare) school heeft, als oefenplaats voor het (volwassen) leven, dan ook een geweldige kans om een wezenlijke bijdrage te leveren aan datgene waar de maatschappij beslist behoefte aan heeft, namelijk burgerschap en samenhang. Zonder wederzijds respect zal dat niet gaan, en een respectvolle houding veronderstelt begrip, en begrip kan weer niet zonder kennis.

Er is lef voor nodig om de bestaande kloven in de maatschappij onder ogen te willen zien. Er is evenzeer lef voor nodig om bruggen over die kloven te willen slaan. De titel van de methode Heb ’t lef! kan dan ook mede tegen deze achtergrond worden gezien.

Het woord lef heeft Hebreeuwse wortels, en betekent hart of moed. Zeer toepasselijk om dat woord te verbinden aan een project dat kinderen in het hart wil raken. Lef prikkelt, wekt bewondering, klinkt dapper zonder iets roekeloos op te roepen. Iemand die het lef heeft kan op sympathie rekenen. Lef heeft ook wat tegendraads, maar dan vooral in de betekenis van kritisch, niet zomaar iets aannemen. Iemand met lef legt zich niet zomaar ergens bij neer, laat het er niet bij zitten, kan zelfs in opstand komen. En dat zonder egoïsme: opkomen voor anderen, en ook wel voor jezelf, staat in het teken van opkomen tegen onrecht.

Burgerschap en sociale integratie zijn geen aparte vakken of vormingsgebieden, maar komen in meerdere leergebieden aan de orde. Ook in het vak levensbeschouwing. Eén van de pijlers van dit vak is het filosofisch of levensbeschouwelijk gesprek. Door te filosoferen nemen kinderen deel aan een democratische praktijk, de deelnemers in het gesprek zijn gelijkwaardig, hebben een gelijke kans invloed op het proces uit te oefenen; in het gesprek gaat het om meningsvorming, vrije meningsuiting, en –uitwisseling. Filosoferen vindt plaats in dialoog. Kortom, filosoferen met kinderen draagt ons inziens in belangrijke mate bij aan democratische burgerschapsvorming. Voor nadere achtergrondinformatie wordt verwezen naar de brochure ‘Heb ’t lef!, een theoretische verantwoording’.